In sommige streken is het een traditie tijdens de vastenperiode deze lekkere broodjes op te dienen.
Benodigdheden : 26 kleine broodjes
400 mL lauwe melk
50 g verse bakkersgist
50 g suiker : voorzoetere broodjes meer suiker aan toevoegen
1 kg bloem type 45 of 55
5 g zout (afgestreken mokkal )
3 middelmatige eiers
100 mL zonnebloemolie of druivenpitolie
30 g groene anijszaadjes.
Voor het “doreren” (om glans aan de broodjes te geven) 2 eierdooiers gemengd met een koffiel water.
Bereiding
De verkruimelde gist samen met de suiker in de melk mengen en laten rusten.
De gezeefde bloem in een diepe kom doen, voeg er het zout en de anijszaadjes aan toe en mengen, daarna de losgeklopte eiers en terug mengen, voeg er het gistmengsel alsook de olie aan toe, opnieuw alles goed mengen. Kneed dit 10 tot 15 minuten goed tot een luchtig samenhangend deeg.
Dek de kom af en laat 45 min of meer op een warme plaats rijzen tot het deeg is verdubbeld.
Eenmaal goed gerezen maak je van het deeg kleine bolletjes (ongeveer 60 gr per boletje), leg deze een voor een op een ingevet en met bloem bestrooid bakpapier of op een ovenmatje met wat ruimte tussen elk bolletje. Bestrijk voorzichtig met een penseel en het ei-water mengsel elk bolletje. De bolletjes . laten rijzen tot ze verbubbeld zijn in volume.
De broodjes bakken in een voorverwarmde oven op 200°C. Bak deze ongeveer 20 min. tot ze mooi goudbruin zijn. Laat de broodjes afkoelen op een rooster.