Benodigdheden
300 g gedroogde pruimen
200 g gedroogde abrikozen
200 g gedroogde vijgen
50 g partjes walnoten
50 g amandels “monde”
100 g krenten
2 soeplepels griessuiker
1 soeplepel kokend water
1 L amberkleurige rhum
3 kaneelpijpen
1 vanillepeul in de lengte doorgesneden
Bereiding
Water koken in een kleine kookpot, als het water kookt de pruimen,
abrikozen en de in twee gesneden vijgen aan toevoegen, er op lettend dat alles
onder water staat. Het vuur op een heel klein pitje zetten en de vruchten
gedurende 10 min laten zwellen, daarna de vruchten laten uitlekken. De
amandelen “mondé” breng de amandelen over in kokend water, zet het vuur op een
laag pitje en laat 5 min pocheren, daarna laten uitlekken en het bruine
velletje verwijderen. Meng de soeplepel kokend water met de suiker om deze op
te lossen, voeg deze dan toe aan de rhum. Schik de vruchten opeenvolgend in de
bokaal afwisselend met de noten ,rozijnen ,amandelen en specerijen. Alles overgieten met het mengsel suiker-rhum.
De bokaal goed afsluiten, op een koele droge en donkere plaats zetten. Na 2
weken hebben de vruchten een gedeelte van het vocht opgeslorpt, voeg er terug
rhum aan toe zodanig dat ze terug onder het vocht gedompeld zijn.
Nog twee
weken laten rusten alvorens te eten, is lang houdbaar.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire